Tim Ouborg (37) is samen met zijn zussen en broer eigenaar van Princess Traveller, Princess Sportsgear, The Bourgini Company en KOQI. Het bedrijf van zijn vader vormt een rode draad in zijn leven, maar Tim onderneemt helemaal op zijn eigen manier. Na een flinke burn-out heeft hij wel geleerd om dingen anders aan te pakken. Zijn focus ligt nu vooral op duurzaamheid. Aan Breda Business & Lifestyle doet Tim zijn verhaal.
Was het van jongs af aan al duidelijk dat je in het bedrijf zou stappen?
“Ik ben er eigenlijk vanzelf in gerold. In 2009 heeft Aad Princess huishoudartikelen verkocht, maar wel de naam Princess behouden. Hij heeft ons toen de vraag gesteld of we de huishoudartikelen wilden overnemen of niet. Ik was toen pas 21, studeerde nog in Utrecht en wilde graag de kans krijgen om zelf iets te beginnen na mijn studie.”
Hoe kwam Princes Traveller van de grond?
“In 2011 ben ik eigenlijk alweer begonnen met hockeysticks. Dat bestond toen al wel als merk, maar er werd niet zoveel meer mee gedaan. Ik heb het in 2010 in een geheel nieuw jasje gestoken en de naam veranderd naar Princess Sportsgear. Toen is dat snel gaan groeien en heb ik mijn zus Florentine erbij gevraagd om te helpen, omdat het best wel druk werd. We zijn toen ook Princess Traveller gestart en daar ligt nu vooral de focus. Bij hockey ligt ons hart, maar het is een beperkte markt en zeker niet alle landen in de wereld spelen hockey. We wilden iets in het verlengde van onze hockeysticks ontwikkelen waar we iedereen mee kunnen bereiken. We maakten al hockeytassen, maar dat werden reistassen. Reistassen werden trollies en trollies werden koffers. En zo is Princess Traveller eigenlijk al na 1 jaar gestart eind 2011. Dat is toen heel hard gegaan en daar zijn Florentine en ik nu het drukst mee.”
Heb je veel aan je vaders adviezen gehad?
“Aad was er in het begin heel erg bij betrokken en heeft ons de kneepjes van het vak geleerd. Hij is ook meegegaan naar China en heeft ons geholpen bij de marketing. Zo konden we een kickstart maken. We kwamen gelijk binnen bij de V&D, toen nog marktleider op het gebied van koffers. We werden binnengehaald als A-merk dus dat was een goede start.”
Kon je studeren en ondernemen goed met elkaar combineren?
“Terwijl ik al aan het ondernemen was, moest ik ook nog mijn scriptie afmaken dus dat liep allemaal een beetje door elkaar heen. Het was een heel drukke tijd, maar ook een leuke en leerzame tijd. De tijden zijn wel heel erg veranderd. We proberen nog steeds spraakmakend te zijn, maar we hebben daar wel wat focus in aangebracht. Duurzaamheid is een belangrijk speerpunt waar we nu heel erg mee bezig zijn, maar wat vroeger in de tijd van Aad helemaal niet zo speelde. Dus we doen het helemaal op onze eigen manier en dat gaat ook heel erg goed.”
Heb je voorbeelden van duurzame samenwerkingen?
“We werken heel nauw samen met de Plastic Soup Foundation. Die bestrijden de plastic vervuiling en zijn heel erg van minder plastic gebruik. En als je het gebruikt, dat je het op de juiste manier doet. Een andere partij is Waste Free Oceans. Ze verzamelen preventief visnetten over heel de wereld, zodat ze niet in de oceaan verdwijnen. Die visnetten gebruiken wij weer in onze koffers dus we maken de plastic onderdelen van de wieltjes en de handvaten gedeeltelijk van oude visnetten. We kijken nu ook of we de kofferschaal ervan kunnen maken. Het ziet ernaar uit dat dat gedeeltelijk gaat lukken. Dus dat is wel heel bijzonder. Zo proberen we de waste te hergebruiken in onze koffers en daar zijn we best wel ver mee nu. Daar proberen we ook toonaangevend in te zijn. We zijn bijvoorbeeld partner van NOC*NSF, dus alle Olympische en Paralympische spelers reizen met onze koffers. Daar steken we alle tijd in. We gaan tijdens de Olympische Spelen in Parijs mooie dingen doen, dus dat wordt heel bijzonder.”
Hoe bevalt het samenwerken met elkaar als familie?
“Wij zitten met Princess in een monumentaal pand in het Ginneken in het oude gemeentehuis. Aad zit hier ook. In 2014 is mijn andere zus Nikki erbij gekomen en zijn we gestart met het merk Bourgini. Dat is huishoudapparatuur, van blenders tot tosti-ijzers. Samen met die twee bedrijven zitten we hier met ongeveer vijfentwintig man. En we hebben nog vijf mensen op een kantoor in China zitten. Met dit team doen we alles en dat gaat goed. We hebben een marketing en logistieke afdeling, een eigen DTP-afdeling, een online-afdeling, klachtenafhandeling en hier doen we ook design en ontwikkeling. Lotte doet bij ons de socials van alle merken en Jaap gaat samen met Nikki het hele Bourgini-verhaal oppakken. Dan kunnen ik en Florentine ons blijven focussen op Princess Traveller.”
Geef jij als oudere broer ook adviezen?
“We zijn net een premium en duurzaam pannenmerk begonnen, KOQI. Daar hebben we een aantal mooie samenwerkingen voor opgezet en daar gaat Jaap zich ook mee bezighouden. KOQI is vanaf de start duurzaam. Dus geen plasticgebruik en wel gerecycled materiaal waar we kunnen. Dat is het derde merk waar we mee bezig zijn. Ik heb Jaap geadviseerd om lekker nog even zijn eigen ding te doen in Amsterdam in plaats van op en neer te gaan rijden, maar hij kan niet wachten om te beginnen.”
Hebben jullie wel eens mot onderling of gaat alles van een leien dakje?
“Het heeft z’n ups en downs. Het voordeel is dat je elkaar goed kent en alles tegen elkaar kunt zeggen. Het nadeel is dat je elkaar in privésfeer ook heel veel ziet, dus als het een keer wat minder lekker loopt is dat gelijk wat lastiger. Over het algemeen gaat het heel goed. Ik heb in 2018 een heel zware burn-out gehad, dus ik ben er twee jaar uit geweest. Ik zeg niet dat het door de familie komt, maar het heeft wel effect op de familie. En dat maakt het wat lastiger. Je zadelt iedereen wel op met je eigen probleem. Ik had voor mijn gevoel nog heel veel te bewijzen en ik had mijn eigen manier van werken nog niet uitgevonden. Ik was 24 toen ik begon met ondernemen en het ging gelijk heel hard. Het was niet even rustig opbouwen. Dus al die factoren samen werkte niet voor mij. Daar ga je heel lang doorheen. Op het moment zelf merk je er niets van en dan komt de klap. Ik moet wel zeggen dat ik er heel veel van heb geleerd. Ik ben in coronatijd weer gaan integreren en dat was ook wel weer fijn. Bij ons stopte in corona namelijk alles.”
Wat heb je ervan geleerd?
“De coronatijd gaf mij de ruimte en de tijd die ik nodig had. Het gaf ook wat reflectie op hoe we dingen deden en hoe we het wilden gaan doen. En toen zeiden we tegen elkaar dat deze snel rijdende trein niet sustainable was. We moesten gewoon onze eigen manier vinden en dat hebben we toen langzaam maar zeker voor elkaar gekregen in coronatijd. We zijn er los van alle ellende ook wel een stuk sterker uit gekomen denk ik. Met de juiste rolverdeling. Vroeger was ik managing director en nu is mijn zus dat. Die heeft daar veel betere kwaliteiten voor. Ik heb een wat vrijere rol als commercieel directeur waarin ik de sales, new products en nieuwe samenwerkingen oppak. Daar ben ik weer beter in. Qua rollen zijn we honderdtachtig graden gedraaid dus dan zie je maar: het heeft tien jaar geduurd om daarachter te komen. En nu gaat het eigenlijk heel makkelijk en is het heel relaxed.
Nikki, Florentine en ik hebben kinderen en wonen allemaal weer in Breda. En hiervoor heb ik tien jaar op en neer gereden. Je kunt je voorstellen dat dat ook wel een impact had op mijn leven en vermoeidheid. We hebben een aantal keuzes gemaakt en die pakken nu gelukkig heel goed uit.”
Lijkt jullie werkwijze veel op die van jullie vader of totaal niet?
“Het lijkt er wel op, maar we doen het op een andere manier. Aad was dagelijks bezig met bijzondere acties en dat deden wij in het begin ook. Maar de tijd is nu gewoon anders. Er gebeurt heel veel online dus de acties zijn anders of je vult het anders in. Vroeger ging er zoveel tijd en geld in zitten. Tegenwoordig is het allemaal zo transparant. Iedereen zit nu in China en wij zijn juist bezig om lokaal te gaan produceren in Nederland. Nu is duurzaamheid heel belangrijk en daar gaat onze focus intern vooral naartoe.”
Heb je het gevoel dat je nu helemaal op je plek zit?
“Met name de laatste vier jaar zit ik op mijn plek, maar dat moet ook groeien. Ik was in de tijd van mijn burn-out zo jong. Nu heb ik drie kinderen en de tijd is zo anders. De tijd is ook voorbij dat je denkt: werk is het allerbelangrijkste. Dat hebben Floor, ik en Nikki ook wel tegen elkaar gezegd. We moeten het in eerste instantie gewoon heel erg leuk vinden wat we doen. En succes is dan secundair. En met succes bedoel ik dat de omzet niet altijd maar groter hoeft te zijn. Op een gegeven moment is het ook belangrijk dat je het volhoudt en dat het voor je werknemers vol te houden is. Dat het leuk is. En dat de dingen die je doet goed doet in plaats van snel. Of veel verschillende dingen. Focus, een goede rolverdeling, duurzaamheid en bezig zijn met je team. Dat is belangrijk!”
Nog bijzondere toekomstplannen met het bedrijf om te delen?
“We zijn partner van NOC*NSF dus tijdens de Olympische Spelen gaan we in het TeamNL huis leuke dingen doen met het merk. Uiteraard gaan er ook klanten mee. Alle Olympische atleten reizen met onze koffers. Het bijzondere aan deze koffers is dat ze deels gemaakt zijn van gerecyclede materialen en zo sterk zijn dat ze heel lang meegaan. Die sporters reizen natuurlijk heel veel, dus dat is belangrijk. Het wordt ook wat inclusiever dus we gebruiken niet alleen de Olympische ringen, maar ook het logo van de Paralympische Spelen erop. Het is nu één groep, zoals het ook hoort. Dus er is nu één koffer voor iedereen. We gaan daar ook leuke activaties doen. We nemen bijvoorbeeld een paar oud-sporters mee uit de hockeyperiode van vroeger die daar gaan vloggen en we gaan ook nog met het hele team naar de Paralympische Spelen.”
Wat wil je op korte termijn bereiken?
“We willen het groenste en meest duurzame koffermerk van de wereld worden en daar leading en toonaangevend in zijn. Eind 2025 willen we dat vijftig procent van ons assortiment gemaakt is van duurzame of gerecyclede materialen. We willen geen plastic meer in de verpakkingen gebruiken en dat gebeurde vroeger nog wel. Elke koffer kreeg een plastic hoes eromheen en dat is totaal niet nodig.”
Wil je nog iets meegeven aan andere ondernemers die net beginnen?
“Ik merk dat het anderen ook vaak helpt als ze over mijn burn-out lezen. Ik ben er nu heel open over en dat verlicht ook een hele hoop. En dan krijg je ook veel goede adviezen. Er krijgen steeds meer mensen in mijn leeftijdsgroep een burn-out. Vroeger in mijn studententijd had ik er nog nooit van gehoord en had ik nooit gedacht dat het in mijn studietijd zou kunnen gebeuren. Toen dacht ik dat ik de enige was. Tegenwoordig kom je veel studenten tegen die het hebben. Uiteindelijk ligt het gewoon bij jezelf. Je kunt iedereen in je omgeving de schuld ervan geven maar je bent zelf verantwoordelijk om bepaalde keuzes voor jezelf te maken. En te herkennen waar het vandaan komt.”
“Als het door je studie komt kun je je afvragen of het de juiste studie voor je is. En dat geldt ook voor het werk dat je doet. Je moet bepaalde keuzes maken en sommige dingen misschien niet doen en je op één ding focussen. Ik wilde altijd alles tegelijk. Dat gaat nou eenmaal niet. Focus is denk ik wel het toverwoord. Kies de dingen uit die je leuk vindt en waar je goed in bent en ga die dingen doen in plaats van alles. Tachtig procent van je werk moet leuk zijn. Anders gaat het je te veel energie kosten.”
—
Dit is een artikel uit Breda Business & Lifestyle #14. Lees het volledige magazine hier.