“Er zijn geen slechte locaties. Er zijn wel slechte concepten op verkeerde locaties.”

Horecaondernemer in hart en nieren, positieveling, vader van vijf kinderen, rasoptimist, groot hart, pandeigenaar, duizendpoot, loyaal, niet lullen maar poetsen, creatieveling, conceptontwikkelaar met (kennelijk) een glazen bol thuis, lefgozer, geboren en getogen Rotterdammer, maar Breda in zijn hart gesloten. Horecaexploitant Patrick van Asch houdt zich met zijn bedrijf van Asch Horecabeheer al meer dan 20 jaar bezig met het ontwikkelen en exploitant van horecaconcepten. En niet zonder succes. Inmiddels heeft hij 9 zaken, waarvan de laatste midden in de lockdown is geopend; lawaaipapegaai. De ondernemer vertelt ons waar hij zijn drive vandaan haalt, hoe hij de ballen hooghoudt en wat zijn plannen zijn voor de toekomst.

PATRICK, LEUK DAT JE DIT INTERVIEW WILDE DOEN. NEGEN HORECAZAKEN EN VIJF KINDEREN VERDER, HOE GAAT HET MET JE? 
“Het is enorm dynamisch en er gebeurt altijd wel wat. Ik heb negen bedrijven geopend in de afgelopen 19 jaar, en daar zitten successen en wat minder grote successen tussen. En tussendoor kwamen er vijf kinderen bij, waarvan mijn oudste nu 16 is en de jongste 8. Je kunt iedere dag wel een klein boekje schrijven kan ik je vertellen”, vertelt hij lachend.

ZOVEEL HORECAZAKEN, PANDEIGENAAR, ECHT EEN RASECHTE ONDERNEMER; IS DIT IETS DAT JE VROEGER OOK AL VOOR OGEN HAD?
“Als kind had ik dat al. Ik wilde nooit politieagent, brandweerman of Superman worden. Ik wilde toen al horecaondernemer worden. Het leek mij het mooiste om zelf een bar in elkaar te timmeren, dat was mijn grootste wens. Zo is het ook echt ontstaan; dat barretje zelf maken. Alles gebeurde op basis van gevoel en vooral dicht bij jezelf blijven. Eigenlijk was dat de allerleukste periode van het ondernemen moet ik eerlijk zeggen. Nu gaat het natuurlijk heel anders. Er worden echt ontwerpen gemaakt en er komt conceptontwikkeling aan te pas.”

JE HEBT DE AFGELOPEN JAREN VEEL ZAKEN OVERGENOMEN, VERBOUWD, VERNIEUWD EN GEOPEND. WELKE ZAAK VOND JE HET SPANNENDST OM TE OPENEN?
“Iedere zaak openen is weer spannend. Hoe groter de investering, hoe groter de financiële druk is. Ieder bedrijf groot of klein is even belangrijk. Voor mij gaat het om prestige en ik wil gewoon dat het slaagt”, vertelt hij. “Uiteraard is het wel zo dat hoe meer geld er mee gemoeid is, hoe spannender het wordt.”

BEMOEI JIJ JE OOK MET HET CONCEPT OF LAAT JE DAT AAN ANDEREN OVER?
“Ik houd me ook bezig met de conceptontwikkeling. Ik zeg altijd: ‘Ik bouw het huis, met het juiste gevoel.’ Ik begin altijd een concept met het voorstellen van de ideale gast. Ik stel mezelf dan iedere keer de vraag: hoe zou deze ideale gast dit vinden? En dat is mijn basis. Je kunt overal een glas bier tappen, maar het is belangrijk om de juiste doelgroep die je voor ogen hebt te bereiken. En dat gaat weer samen met interieur, het assortiment, de menukaart, en de juiste locatie. Er zijn geen slechte locaties. Er zijn wel slechte concepten op verkeerde locaties”, gaat de ondernemer verder. “Soms zegt men bij voorbaat al dat iets een slechte locatie is, maar wanneer de zaak vervolgens geopend is en het goed loopt, dan is het volgens iedereen weer een goeie locatie. Zo kun je over alles wel iets zeggen.”

RESTAURANT ZWART, NU LAWAAIPAPEGAAI, HEB JE IN EEN MOEILIJKE TIJD GEKOCHT. WAT IS DIE DRIVE IN JOU OM ZELFS TIJDENS EEN LOCKDOWN MET IETS NIEUWS TE BEGINNEN?
“Dat is ook een beetje zelfbescherming. Ik ben geen stilzitter en we werden natuurlijk gedwongen om thuis te zitten en niet aan de toekomst te werken. Dat benauwde me enorm. En toen deze kans voorbijkwam, waarvan ik denk dat het een toekomstlocatie is, heb ik deze met twee handen aangepakt. We noemen dit ook wel ‘het COVID-concept’. We hebben veel gebruik gemaakt van spullen die we nog in de loods hadden opgeslagen. Het is dan ook een mengelmoes van spullen en interieurstijlen geworden, daarom heet het ook lawaaipapegaai”, vertelt de creatieveling. “Vroeger gooiden we dingen weg en nu hebben we juist heel veel gerecycled. We hadden wel tijd, maar geen geld. Er zit daarom heel veel arbeid in deze zaak. We hebben veel tijd geïnvesteerd om dingen zoals lampen te repareren of zelf te maken. Het is een hele leuke tijd geweest moet ik zeggen en het ruimt ook meteen lekker op.”

JE BENT VADER VAN MAAR LIEFST VIJF KINDEREN. HOE COMBINEER JE HET ONDERNEMEN MET ZO’N GROOT GEZIN?
“Je moet ze allemaal mee laten werken, dat werkt het beste haha. We houden van hectiek. Er gebeurt altijd wat en dat houdt mij wakker en scherp. Ik breng mijn kinderen iedere ochtend naar school en we eten altijd samen ’s avonds. Ik zie mijn kinderen denk ik vaker dan een gemiddelde vertegenwoordiger.”

DILEMMA: NOG EEN KIND OF NOG EEN HORECAZAAK ERBIJ?
“Nog een kind is inmiddels medisch onmogelijk geworden haha, mijn liefde zit nog steeds volop in de horeca dus dan denk ik toch dat er een horecazaak bij gaat komen.”

WAAR HAAL JIJ ELKE KEER JE ENERGIE VANDAAN OM DOOR TE GAAN?
“Als ik niet optimistisch ben of de kar trek dan staat de wagen echt stil. Ik ben altijd heel positief en ik denk dat je dat juist nu over moet brengen naar je mensen. We hebben tijdens de eerste lockdown tegen onze mensen gezegd dat we er alles aan zouden doen om met ze door de coronaperiode te komen. Iedereen roept nu wel dat ze een tekort hebben aan personeel, maar eigenlijk is dat al een tijdje aan de gang”, zegt hij stellig. “Voor COVID was er ook al een tekort. We hebben de afgelopen tijd veel initiatieven genomen: we zijn thuis gaan bezorgen op de fiets, veel gaan schilderen en hebben er alles aan gedaan om iedereen aan de gang te houden, en dat heeft gewerkt.”

HOE KIJK JE TEGEN HET AFGELOPEN JAAR AAN?
“Ik heb in het begin van de coronatijd wel wakker gelegen, omdat je de verantwoording over een hele club hebt. Het was toen nog niet bekend dat er een regeling vanuit de overheid kwam voor je personeelslasten, dus het was best een spannende periode. Gelukkig hebben we de club wel bij elkaar weten te houden. En nu zijn we een van de weinigen die geen exponentiële tekorten hebben. Je weet niet wat er nog gaat komen en dat is een beetje eng. Aan de andere kant zie ik ook bij veel mensen loyaliteit, omdat wij als organisatie iedereen aan boord hebben weten te houden. We worden nu beoordeeld op ons imago en dat we een betrouwbare partij zijn.”

DE FAZANT IS NATUURLIJK EEN TOPLOCATIE VOOR FEESTELIJKE GELEGENHEDEN, MAAR IK KAN ME VOORSTELLEN DAT ER NIET VEEL DOOR KON GAAN DE AFGELOPEN TIJD. HOE HEB JE DAT OPGEVANGEN?
“Ik heb daar een fantastisch team zitten, die het voor elkaar hebben gekregen om mensen tot drie keer toe hun bruiloft te laten verzetten. Dat is vooral relatiemanagement en het onderhouden van contacten. Die mensen begrijpen ook dat wij er niets aan kunnen doen. Maar dan moet je toch elke keer weer de mogelijkheden voorleggen wat we wel kunnen doen. We hebben de afgelopen periode ook een aantal bruiloften gehad die – met beperkingen – wel door zijn gegaan en toch een succes zijn geweest”, vertelt hij trots.

MOCHT ER WEER EEN LOCKDOWN AANKOMEN, BEN JE DAAR DAN TEGEN BESTAND?
“Financieel is het niet meer haalbaar om te sluiten. Dat is niet alleen bij mij, maar bij iedereen. We zijn inmiddels weer verplicht om tijdig belasting te betalen en de financiële steun vanuit de overheid valt weg. De ellende bij een sluiting is niet te overzien. Ook beperkingen zoals eerder sluiten van de horeca is desastreus. We moeten ergens vertrouwen in de overheid hebben. Er komt een moment dat ze in Den haag denken dat we met COVID moeten leren leven. En dat het met name gericht wordt op eigen verantwoordelijkheid. Uiteindelijk komen we daar, maar wanneer, dat is de vraag.”

WAT DENK JE DAT HET MEEST ZAL GAAN VERANDEREN IN DE TOEKOMST?
“De imagoschade voor de horeca is enorm. Ik denk dat we daar nog wel een aantal jaren last van houden. Mensen die toch een betrouwbare baan zoeken, dan kiezen voor werken in de horeca. Het serviceniveau komt daardoor onder druk te staan en dat merken we nu al door een schaarste aan personeel. Op de vakopleidingen laat een heel laag percentage zich scholen in de horeca en dat ga je natuurlijk ook merken op de langere termijn. Dat is mijn grootste zorg op het moment. En verder denk ik dat in een sneltreinvaart concepten worden aangepast, mensen veel meer zelf gaan doen, en iedereen met QR-codes gaat werken.”

BIJNA AL JE HORECAZAKEN ZITTEN IN BREDA, WORDT HET NIET EENS TIJD OM IN BREDA TE GAAN WONEN?
“Ik ben bewust in Etten-Leur gaan wonen. Met vijf kids heb je wat meer vierkante meters te nodig en het is wat voordeliger kopen in Etten-leur. Daarbij vind ik het heel prettig om niet in de stad te wonen waar ik werk. In Etten-Leur ben ik gewoon de vader van mijn kinderen. En in Breda ken je toch redelijk wat mensen als je in de horeca werkt en dat kan ook wel eens belemmeren. Wij vinden het heel prettig om in het pittoreske Etten-Leur te wonen en daar gewoon anoniem naar sportclubs te gaan. Ik heb mijn kinderen ooit de vraag gesteld of ze vijf voordelen en vijf nadelen wilden opschrijven om in Breda te gaan wonen. Ze hadden allemaal vijf nadelen opgeschreven, maar de voordelen konden ze niet zeggen. Je kinderen bepalen op een gegeven moment dus ook mee. Ik denk dat ik op een gegeven moment wel weer in Breda zou willen wonen.”

BLIJF JE DIT ALTIJD DOEN OF VERTREK JE OP EEN GEGEVEN MOMENT NAAR EEN WARM LAND?
“Ik zou wat meer tijd willen tijdens vakanties naar een warm land, maar dat is het dan ook. Ik ben meer een thuisblijver, en volgens mij ga ik niet aan het einde van de rit in het buitenland wonen, maar je weet het nooit.”

EEN MOOI GEZIN EN ZOVEEL SUCCESVOLLE ZAKEN. STAAT ER NOG IETS OP JE VERLANGLIJSTJE?
“Ik kom van origine uit Rotterdam en ik zou ooit nog eens een horecaconcept in Rotterdam willen starten. Dat lijkt me een mooie voor op het lijstje.”

Ook interessant

Jaco Balemans: ‘Mijn werk is mijn hobby’

Er zijn ondernemers die niet uit de media weg te slaan zijn. En er zijn ondernemers die liever op de achtergrond blijven. Tot die...

Hap&Tap Magazine: Printmedia in een veranderend Landschap

De Bredase broers Michel en Marc Neuféglise runnen samen al 18 jaar het blad Hap&Tap Magazine. Hierin zetten ze horecabedrijven en leveranciers uit Brabant,...

Technische Unie toont zijn groene gezicht

Duurzaamheid. Daar moet je niet te veel over nadenken: dat moet je gewoon dóén. Technische Unie maakt dat graag een stukje gemakkelijker. Als onderdeel...

Koper staat centraal bij goede ICT-inkoop

Je moet maar durven. Een traditioneel proces zodanig transformeren, dat daardoor een hele nieuwe discipline ontstaat. Chris van Rooij en Paul van Oers deden...